Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ik gaf hun te kennen [43]de hand mijns Gods, Die goed over mij geweest was, als ook de woorden des konings, die hij tot mij gesproken had. Toen zeiden zij: Laat ons op zijn, dat wij bouwen; en zij [44]sterkten hun handen ten goede. 43. Vergelijk boven, vs.8. 44. Dat is, zij grepen moed om dit goed en loffelijk werk onbeschroomd bij de hand te nemen.